Wat is asfalt?
Asfalt is een mengsel van steenslag, zand en vulstof, bijeengehouden door bitumen. Dit is een restproduct uit de aardolie-industrie. Bitumen wordt bij hoge temperatuur vloeibaar. Vulstof houdt de bitumen in vloeibare staat bijeen. Vulstof, zand en bitumen vormen samen de zogenoemde mastiek. De mastiek omhult de steenslag en zorgt samen met de steenkeuze voor de eigenschappen van het asfaltmengsel. Steenslag bepaalt hoe grof of fijn het asfalt is. Ook bepaalt het de stroefheid. Een fietspad is minder stroef dan een snelweg. En een snelweg is minder stroef dan de landingsbaan van een vliegveld.
Al in de oudheid kende men asfalt. Het werd gewonnen op plekken waar in de natuur de ruwe aardolie aan het aardoppervlak kwam en zich mengde met stenen en zand. Het woord asfalt komt van het Griekse asphaltos (άσφαλτος). De Romeinen noemden het asphalton. Zij gebruikten het om baden en aquaducten waterdicht te maken. De eerste asfaltweg lag in de stad Babylon. Waarschijnlijk zat er alleen asfalt in de onderlaag. De toplaag bestond uit aan elkaar ‘gemetselde’ kalksteenplaten. In 1870 patenteerde de Belg Edmund J. Desmedt het eerst echte asfaltbeton. In Nederland werd de eerste asfaltweg aangelegd in 1914.
Kringloop van asfalt
Na jaren van intensief gebruik is het asfalt toe aan vervanging. Het oude asfalt wordt gefreesd, waarna dit naar de centrale wordt gebracht. In de centrale wordt dit freesasfalt gescheiden in steen en mastiek. De teruggewonnen mastiek bevat verouderde bitumen. Door de teruggewonnen mastiek te verwarmen en te verrijken met verse zachte bitumen ontstaat een hoogwaardige mastiek met een constant bitumenpercentage en een constante kwaliteit. Ons ultieme doel: horizontale recycling. Hierbij wordt oud asfalt volledig hergebruikt tot nieuw asfalt, zonder kwaliteitsverlies.